Per 1 januari 2015 is een aantal regels in de Wet arbeid en zorg (WAZO) gemoderniseerd. Onder andere die voor het kraamverlof van de partner. Een ondernemer vroeg met welke verlofregelingen hij nu rekening moet houden. Hij heeft een werkneemster in dienst die zwanger is. Haar partner werkt ook bij hem in het bedrijf.
Verlof tijdens de zwangerschap
De eerste vorm van verlof waar de ondernemer mee te maken krijgt, is het zwangerschapsverlof van zes weken. De zwangere werkneemster heeft tijdens dat zwangerschapsverlof recht op een WAZO-uitkering van 100 procent van het maximum dagloon. Die uitkering wordt over het algemeen rechtstreeks aan de werkgever uitbetaald. Mocht de werkneemster al eerder afwezig zijn wegens ziekte die het gevolg is van de zwangerschap, dan kan de werkgever nog een vangnetuitkering aanvragen.

Calamiteitenverlof en kortdurend zorgverlof

Soms komt tijdens de zwangerschap, of daarna, ook het calamiteitenverlof of het zorgverlof om de hoek kijken. Voor een ziekenhuisbezoek, voor de begeleiding naar het ziekenhuis of noodzakelijke verzorging van de partner op een eerste ziektedag. Bij kortdurend zorgverlof moet de ondernemer 70 procent van het loon doorbetalen.

Verlof rondom de bevalling
De werkneemster heeft recht op een bevallingsverlof van 10 weken. Dat verlof mag sinds 1 januari 2015 ook opgedeeld worden. Vanaf 6 weken na de bevalling kan de werkneemster het resterende bevallingsverlof nu ook parttime opnemen, tot maximaal 36 weken na de bevalling. Indien het kind in het ziekenhuis moet verblijven na de bevalling, heeft de werkneemster recht op 10 weken bevallingsverlof na thuiskomst van het kind.

De partner heeft recht op twee dagen doorbetaald kraamverlof. Voor de bevalling zou de partner, afhankelijk van de situatie, nog een beroep kunnen doen op kortdurend zorgverlof of calamiteitenverlof. De vader heeft de mogelijkheid om 3 dagen onbetaald ouderschapsverlof op te nemen.

Verlof in de kraamtijd
In de kraamtijd kan er ook reden zijn voor de aanvraag van calamiteitenverlof of kortdurend zorgverlof. Bijvoorbeeld als moeder en kind in het ziekenhuis verblijven en er thuis voor andere kinderen gezorgd moet worden.

Verlof in de periode van een opgroeiend kind

Werknemers met kinderen onder de acht jaar hebben vanaf 1 januari 2015 recht op onbetaald ouderschapsverlof voor 26 keer de wekelijkse arbeidsduur per week. De werknemer mag zelf bepalen hoe hij dat verlof wil indelen. De ondernemer mag zijn toestemming alleen weigeren op basis van zwaarwegende bedrijfsbelangen.

Verzoek om aanpassing arbeidsduur mag nu vaker
Werknemers met opgroeiende kinderen kunnen behoefte hebben aan een ander arbeidspatroon, met minder of anders verdeelde uren. Sinds 1 januari 2015 mag de werknemer jaarlijks om een aanpassing van zijn arbeidsduur vragen. Bij onvoorziene omstandigheden mag dat ook eerder, al binnen een jaar.